Stekken wordt eigenhandig gedaan door Fa. Bisschops

Op de Oude Herenweg in Voorhout bevindt zich Fa. Bisschops. Eric Bisschops (36) en zijn broer Mark (41) hebben de zaak vanaf 2006 geleidelijk overgenomen van vader Bisschops die het weer van zijn vader heeft overgenomen. Een echt familiebedrijf dus, die van generatie op generatie, nog altijd wordt voortgezet. We gaan in gesprek met Eric Bisschops.

Eerst een stukje geschiedenis

‘Voor de oorlog was mijn opa stukadoor’, begint Eric. ‘Omdat er geld te verdienen was in de bollenhandel heeft hij een switch gemaakt naar dit mooie vak. Mijn vader heeft het in de jaren ’60 overgenomen en is vanwege de opkomende teelt en de toenemende vraag uit de markt gestart met dahlia’s. Heel zijn kweek ging naar Langeveld, familie van ons. Zij verkochten het weer door aan Amerika.’

Wat teelt Fa. Bisschops?

‘Qua teelt doen we nog altijd hetzelfde als toen we begonnen zijn, we hebben het alleen uitgebouwd. We hebben narcissen in de broeierij en broeierijhandel. Alle narcissen kweken we zelf. Een deel gebruiken we voor de eigen broeierij en een deel gaat naar buitenlandse broeiers voor de narcissen op pot. Onze eigen narcissen op pot planten we zelf op. Daarnaast hebben we dahlia’s, voornamelijk in de droogverkoop handel. Maar we zien in toenemende mate ook afzet voor kwekers die knollen willen kopen voor de snij.’

Hoe gaat het met de vraag en aanbod?

‘De dahlia teelt is een vergrijzende sector als het gaat om de kwekerijen. De kwekerijen worden veelal nog bestierd door generatiegenoten van mijn vader. Maar omdat er steeds vaker geen opvolging is, stopt de aanbodkant. Terwijl de vraag juist heel groot is. De dahlia had vroeger een oubollig karakter, maar is nu echt een hippe bloem. De Bollenstreek staat natuurlijk bekend om de voorjaarsbloeiers, terwijl bijna niemand weet dat we hier ook najaarsbloeiers hebben. Dat is ook niet zo gek, want voordat de dahlia’s bloeien, worden de knoppen er al uit gemaaid. En daarom zien mensen ze ook niet. Nu er steeds meer mooie plaatjes gedeeld worden op social en de showtuinen met dahlia’s ook hun weg vinden, zien mensen hoe mooi en hoeveel variëteit er van de dahlia is. Bovendien is het een dankbare bloem die heel lang bloemen blijft maken als je de uitgebloeide bloem eraf haalt. Mensen hebben daardoor lang plezier van een bloeiend product in de tuin.

Maar ik moet eerlijk zeggen dat er weinig dahliaknollen in Nederland blijven. Onze knollen gaan via de tussenhandel, zoals FBT, voornamelijk naar Amerika. Daar zijn ze gek op dahlia’s voor de decoratieve hoek en op diner plates. Denk aan de Otto’s Thrill, Garden Wonder, Lilac Time en Thomas Edison maar ook op gangbare soorten zoals de Rosella, Duet en Arabian night.’

Waar zijn jullie nu mee bezig?

‘Wij zijn in de eerste plaats bezig met de dahlia oogst. Dat betekent tellen en afleveren aan al onze klanten. Daarnaast zijn we volop bezig met de temperatuurbehandeling van de narcissenbollen, zodat ze in een bepaalde tijd in bloei komen. De bollen gaan op datum de koude koeling in. De bol heeft 14 tot 15 weken kou nodig. Narcissen die met Pasen moeten bloeien worden nu klaargemaakt en gaan de koelcel in. Tegen de tijd dat ze opgeplant moeten worden, gaan ze de koeling uit en sturen we ze op naar de klanten.’

Hebben jullie unieke soorten in het sortiment?

‘In de narcissen telen we voornamelijk grootbloemige potnarcissen. Dit zijn geen beschermde soorten, maar wel soorten waar we de enige of één van de weinige telers van zijn. Soorten met korte stelen met grote bloemen. We hebben ze in verschillende kleuren en variaties: van spleetkronig tot dubbelbloemig en kleuren als wit, wit/geel en wit/oranje.’

Jullie stekken in eigen beheer. Vertel eens!

‘Veel dahlia kwekers laten de dahlia’s in Polen stekken. Maar wij doen het zelf. Van elk soort dat we rooien, houden we een selectie achter wat ten velde in bloei is gekeurd door de BKD. Bakken gevuld met potgrond zetten we in een warme ruimte. Daar komen stekken op. In een tijdsbestek van 3 maanden halen we dagelijks de langste uitlopers van de knol af. Dat levert gemiddeld zo’n 20 tot 30 stekken per knol op waardoor je van dat specifieke soort een homogene dahliaknol behoudt. Deze stekken planten we vervolgens op stekbakken met zand en dan kunnen ze gaan wortelschieten in de koude kas. Als ze voldoende geworteld zijn en de ijsheiligen zijn geweest, dan planten we ze uit. Met als resultaat een bloeiend veld met mooie knollen eronder, die we kunnen rooien en vervolgens de hele wereld over gaan!’

Onze filosofie is dat we weten wat we in huis hebben en we op deze manier de kwaliteit in eigen hand hebben. Vanwege het feit dat we alles in eigen beheer doen, van meerdering tot aflevering, weten we wat we in huis hebben en dat we 100% achter ons product kunnen staan.’

Heb je ook te maken met ziektes?

‘Sommige soorten dahlia’s zijn gevoelig voor de Erwinia bacterie. Om te voorkomen dat je teelt zo schoon mogelijk blijft, verversen we een deel van het sortiment jaarlijks met stekken die in het laboratorium schoon gekweekt zijn. Daardoor kunnen we relatief schoon doortelen en zijn we steeds voor dat de Erwinia de rest van de teelt aantast.’

Wat is het geheim van een goede dahlia?

‘Geheimen moet je nooit prijsgeven toch?’, lacht Eric. ‘Maar vooruit. Het geheim zit ‘m wat mij betreft in gezond uitgangsmateriaal, vakkundig personeel en de toestand van de bodem. En dan heb je natuurlijk ook nog de nodige dosis geluk met het weer nodig.’

Veredelen jullie ook dahlia’s?

‘Mijn vader doet hobbymatig aan het veredelen van dahlia’s. Dat is bij de dahlia’s best wel dankbaar. Met bolgewassen als narcissen en tulpen moet je 5 jaar wachten. Maar dahlia’s komen na een jaar al op. En zijn al best leuke resultaten uitgekomen waar we in de toekomst misschien wel mee de markt op kunnen. We blijven dus vernieuwen!’

Maak je je zorgen om bepaalde dingen?

‘Ja, er zijn wel een paar dingen waar ik me zorgen om maak. Toen corona vorig jaar losbarstte zaten we midden in het dahliastekseizoen. Onze grootste zorg was de gezondheid van de mensen die hier werkten. We zaten op dat moment ook in de laatste fase van de potjesbroeierij. Daar hebben we wel wat van moeten weggooien. Dat deed eventjes pijn, maar dit was lang niet zo heftig als alle gevolgen die de tulpenbroeierijen hadden.

Waar ik me op dit moment best zorgen om maak, is de druk van de woningbouw hier in de streek. Je ziet steeds meer dat bollengrond gebruikt wordt voor de bouw van villa’s. Het is een komen van mensen van buitenaf die hier komen wonen, maar geen benul hebben wat er komt kijken bij dit vak. Veel achtertuinen grenzen aan bollenvelden. En dat zorgt voor scheve gezichten als je ’s avonds met je trekker op het veld rijdt.

Een andere zorg is de hang van de overheid naar het gebruik van steeds minder bestrijdingsmiddelen. De medicijnkast van de kweker wordt steeds meer uitgekleed. Dat gaat ten koste van het product, terwijl de eisen van landen om ons heen juist scherper worden.

Daarentegen is het laatste waar ik me zorgen over maak de afzet en populariteit van de dahlia en narcis. Dat zit wel goed!’

Hoe doen jullie kennis op?

‘De dahlia telers zoeken elkaar geregeld op. Onder de vlag van de KAVB hebben we een club van gelijkstemde dahliakwekers. Samen kijken we op welke manier we naar een duurzamere dahliateelt toe kunnen en hoe we de kwaliteit van de teelt omhoog kunnen halen. In samenwerking met Van Gent en Van der Meer doen we bijvoorbeeld geregeld praktijkproeven met de dahlia.’

Wat zijn jullie toekomstplannen?

‘Die zijn er genoeg! Dahlia’s telen is heel veel handwerk. Het plukken en planten van de stekken doen we bijvoorbeeld nog altijd met de hand. Er zijn hier geautomatiseerde machines met GPS voor op de markt, alleen nog niet voor dahlia’s. Maar ik verwacht wel dat dit niet meer zo heel lang op zich zal laten wachten. Daarnaast zou ik ook nog willen realiseren dat we van chemisch naar mechanisch bestrijden van onkruid toe kunnen. Mits dat natuurlijk net zo effectief is. En verder blijven we natuurlijk doorontwikkelen met verbeteringen in de teelt!’